Reisverslag Zuid-Afrika, Mozambique, Malawi en Zambia
Zuid-Afrika
Het was even onzeker of deze trip door kon gaan, aangezien het Visumbureau in Amsterdam nogal slordig met de paspoorten was omgegaan (doen ze wel vaker) en deze hadden verwisseld. Mijn paspoort was enige tijd zoek, maar 1 dag voor vertrek alsnog kunnen ophalen.
Rechtstreekse vlucht vanuit Amsterdam naar Johannesburg. Hoewel iedereen net op tijd in het vliegtuig zat, hadden we uiteindelijk nog 1,5 uur vertraging omdat één van de laaddeuren niet meer dicht kon. Na 10,5 vliegen alsnog in Johannesburg aangekomen. Op het vliegtuig liepen de 100 passagiers voor mij de verkeerde kant op, zodat ik verrassend genoeg als eerste bij de paspoortcontrole stond. Hoewel er op de monitoren stond dat de bagage op band 3 zou komen, bleek die op band 1 te arriveren. Lastig dat ze het eenmalig omriepen en dat alleen de 5 mensen die al door de paspoortcontrole waren het konden horen. De korte bagageband lag al snel vol en het systeem was zo ingesteld dat er geen koffer bijkwam als er geen bagage af werd gehaald. Dat schoot dus niet op, ook al stonden we vier medewerkers van de luchthaven naar de bagageband aan het staren. De meeste passagiers stonden nog bij de paspoortcontrole en de verkeerde bagageband te wachten. Na bijna een uur wachten kwam alsnog mijn bagage op de band en stond ik vlot buiten, aangezien de douane al naar huis bleek te zijn. In Johannesburg nog een vriend opgezocht, die daar tegenwoordig woont.
Vanuit Johannesburg door naar Pretoria, dat opviel door de grotendeels verlaten straten hoewel het zaterdagavond was. Ons hotel beschikte gelukkig over een “hijsbak” zodat we onze bagage niet naar de 4e verdieping hoefden te zeulen. Weinig van Pretoria gezien en ‘s morgens vroeg doorgereden naar Kruger National Park. Net buiten het park onze tenten opgezet. Om de meute voor te zijn 05:30 al vertrokken om om precies 06:00 (als de poorten opengaan) als een van de eersten naar binnen te kunnen. Kruger National Park (Wildtuin in het Zuid-Afrikaans) is zo’n beetje het Beekse Bergen van Zuid-Afrika, compleet met geasfalteerde wegen waar vanaf je vanuit je eigen auto het wild kan aanschouwen. Zelf maar een tour met een speciale safari jeep genomen, zodat je ook op de minder bereden zandpaden kunt komen. Een gids die de weg weet is sowieso wel handig, want het Kruger National Park beslaat qua oppervlakte de helft van Nederland en de beesten stellen zich helaas niet georganiseerd langs de hoofdroute op. We hadden geluk want op de eerste dag konden we al gelijk de “big five” spotten: neushoorn, olifant, buffel, leeuw en luipaard. Verder o.a. Kameelperden (bij ons beter bekend als giraffen), kudu’s, krokodillen, nijlpaarden, zebra’s en een niet al te vriendelijk kijkende hyena gezien. Een van de leeuwen liep aanvankelijk onverstoorbaar over de weg. Bij een Luipaard kon je aan de omgeving luipaardal merken dat er iets aan de hand was. In een grote cirkel er omheen zag je dieren met gespitste oren die allemaal een bepaalde kant uitkijken. Zo ook een groep Bavianen die in een hoge boom duidelijk een veilig heenkomen hadden gezocht.
Leuker dan het Kruger Park was de Evening Game Drive in een naburig National Park. Met de Jeep kwam je letterlijk tussen de olifanten terecht. Erg leuk. De Neushoorns maar op een wat veiliger afstand bekeken. Na genoten te hebben van een typische Afrikaanse zonsondergang, aangeschoven bij de Braai (BBQ), Compleet met Kudu en Krokodil. De echter attractie bleek pas daarna te komen: een gamedrive in het donker. Gids met zoeklicht op de motorkap en karren maar. Erg avontuurlijk. Leuk om al die oogjes in het donker te zijn oplichten. Al vrij snel een Hyena gespot. Hoogtepunt was toch wel een Luipaard die in een boom zijn prooi (Impala) verorberde. In de stilte van de nacht kon je de botten horen breken. Een op de bloedlucht afgekomen Hyena droop snel weer af. Hoewel je verwacht dat het in Afrika warm is, viel dat ‘s morgens vroeg en ‘s avonds toch behoorlijk tegen. In de open jeep was het dan behoorlijk fris (lees: steenkoud – dicht tegen het vriespunt) en de fleece, windstopper en aangereikte deken, waren dan ook niet echt afdoende. Een flinke verkoudheid was het gevolg. Overdag was het in het zonnetje wel weer heel aangenaam met temperaturen zo rond de 20 graden.
Mozambique
Vanuit het Krugerpark was het nog een lange weg naar de grens. Net voor de grens nog even flink ingeslagen in een van de vele malls die Zuid-Afrika rijk is, aangezien er in Mozambique wat minder zaken te krijgen zouden zijn. De Zuid-Afrikaanse grens waren we vlot over, maar aan de grens met Mozambique ging het allemaal was trager. Ondanks het feit dat we vooraf al flink moesten betalen voor een visum, moesten we ter plekken nog 15 rand afrekenen om er een stempeltje op gezet te krijgen. Eenmaal bij het loket bleek de prijs ineens verhoogd te zijn naar 17 rand. Eenmaal Mozambique inrijdend merk je gelijk dat je in een derdewereldland bent terechtgekomen. Je hoeft je in ieder geval niet druk te maken over de route die je moet volgen, aangezien er maar een geasfalteerde weg naar Maputo was en die liep naar Maputo, de hoofdstad van Mozambique. Maputo zelf is een typisch Afrikaanse stad: benauwd, erg druk en veel herrie. In de stad een deel van de wandelroute zoals beschreven in de reisgids gedaan. Het was maar goed dat alle bezienswaardigheden goed waren omschreven, anders waren we waarschijnlijk overal onbewust voorbij gelopen zonder te weten dat het wat mooist of bijzonders moest voorstellen. Het was doorgaans sowieso aan te bevelen om frequent naar de grond te krijgen, gezien de (flinke) gaten in de grond en de af en toe ontbrekende putdeksels. Met name in het donker goed opletten dus.
Na Maputo naar Praha do Tofo, het Scheveningen van Mozambique maar dan net even anders. Het is zeker geen onaangename plek om te vertoeven en daarom is het waarschijnlijk ook zo’n populaire plek voor de wat beter verdienende Zuid-Afrikanen. Onze tenten zo’n 50 meter van het strand opgezet. Bij Praha do Tofo o.a. een Sea Safari gedaan. Erg avontuurlijk. Met een snelle speedboat ga je dan de Oceaan op. Je snorkelspullen heb je dan al aan en als er wat interessants in water wordt gespot, kun je gelijk het water in mozambiquekieperen. Leuk om te doen, maar veel zicht heb je niet in het water. Zo waren de gespotte dolfijnen weer snel uit het zicht verdwenen en hadden de walvishaaien een blijkbaar een rustdag. Wel nog een ander (groot) soort walvis verschillende keren uit het water zien springen. Nog even naar het naburige Inhambane geweest en daar met een gecharterde Dhow (authentiek zeilbootje) ontspannen de vijf kilometer naar het vasteland overbrugd. Hoewel de prijs 200 Mezcal zou zijn, werd die na enig onderhandelen vastgesteld op 250. Waarschijnlijk was het wat te makkelijk om het bootje tegen de provisorische aanlegsteiger te leggen, want we moesten toch nog een stuk door het water waden om het bootje te bereiken. Eenmaal erin liepen we meteen aan de grond, zodat we weer in het water moesten om de boot los te duwen. Aan de overkant nog even wat gedronken en tot de bus kwam de schaapjes geteld die voor de verandering niet in maar op een grote vrachtwagen stonden.
In Morongulo de tentjes weer opgezet met uitzicht op de Stille Oceaan. Snorkelen was door de wind niet aan te bevelen, dus maar van de gelegenheid gebruik gemaakt om wat bij te komen. Op weg naar Vilanculos alvast een voorproefje gehad van het wegdek dat we deze reis nog kunnen verwachten., compleet met gaten in de weg. In Vilanculos wederom een campground aan zee, of beter gezegd: aan het strand. De zee zelf was nog 500 meter lopen. 2 Uur later stond de zee echter nog maar 5 meter van de campground. De campground zelf stond letterlijk in bewoond gebied, zodat je het idee hebt dat je in de achtertuin van de buren kampeert. Zeker als je tijdens het douchen uitkijkt op een achtertuin waar een gezin een paar meter verderop net zit te eten. Boottochtje gemaakt naar de Barazuto Archipel, die in de Stille Oceaan ligt. Eenmaal op het eiland was het wachten tot het weer eb werd. Heel apart, want na een uurtje wachten zit je ineens tussen de zandbanken. Als het eb is ligt een paar meter voor de kust van het eiland een rif met een steile afgrond waar heel veel vissen te vinden zijn. Ideaal voor snorkelen. Door de stroming wordt je meegevoerd en hoef je verder niets te doen dan om je vissenheen te kijken. Complete scholen vissen trekken in het heldere water aan je voorbij. Erg mooi. Wel behoorlijk wat schaaf- en snijwondjes opgelopen door de niet tijdig opgemerkte scherpe rotjes waar je overheen drijft. Na afloop weer teruggevaren met het zeilbootje, wat zonder wind niet erg opschoot. Gelukkig maakte ze op het bootje thee en popcorn (..)voor ons. Ook nog even de plaatselijke markt bezocht waar de viskraampjes heel praktisch naast de vuilnisbelt stonden opgesteld. De vele vliegen vonden dat blijkbaar niet zo erg.
Het is jammer dat je in Mozambique niet zomaar overal kan rijden, uitstappen en rondlopen. Dit in verband met de vele landmijnen die nog in het land liggen als gevolg van de burgeroorlog die er heeft plaatsgevonden. Langs de wegen nog wel twee mijn-opruimingseenheden aan het werk gezien. Onderweg op een marktje nog een grote zak geroosterde cashewnoten gekocht, die je ook langs de route ziet groeien (Mozambique is een van de grootste producenten hiervan in de wereld). Je ziet langzamerhand het landschap veranderen: het landschap wordt minder eentonig (heuvelachtiger) en de vegetatie neemt toe. Ook zie je steeds meer hutjes van riet en leem. Verder nog een lange rit naar Garongosa National Park. We verblijven midden in een omheinde campground midden in het National Park. Leuk dat er een hek om de campground stond, maar de bavianen klommen er gewoon overheen en het onbeheerd open laten staan van een van de toegangshekken was ook niet zo effectief. Een paar game drives gedaan. Je hebt hier veel meer dan in bijv. zambezibrugKrugerpark het idee dat je midden in de wildernis zit. Ook waren er maar een paar andere toeristen. Het park is tijdens de burgeroorlog grotendeels leeggeroofd door stropers en militairen. Sindsdien zijn veel dieren uit andere parken hiernaar overgebracht. Toch o.a. nog drie leeuwen gezien. Wederom een prachtige sterrenhemel. In het NP gelijk even de was laten doen, waar men vooraf ging indicatie van de kosten kon geven en na afloop een vermogen bleek te kosten.
Vanaf Garongosa NP was het nog een flink eind naar Tete. Tete is gelijk de heetste plek in Mozambique. Het was dan ook ruim in de 30 graden en dan is het hier nog winter. Na te zijn ingecheckt in het hotel (eindelijk weer even een nachtje een bed), bleek een uurtje later dat we in het verkeerde hotel zaten. Het andere hotel had een vergelijkbare naam. Maar niet verhuisd. Tete is niet bepaald een van de sprankelenste plaatsen in het land, zeker niet ‘s avonds. Gelukkig een reisgids bij de hand en in afgelegen straatje verstopt toch nog een erg leuk restaurantje aan de oever van Zambezi rivier gevonden. Dat je de rivier alleen kon horen en niet kon zien in het pikkedonker mocht de pret niet drukken. Volgende ochtend nog even over de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad gelopen: de hangbrug over de Zambezi-rivier. Het is de enige brug over deze grote rivier in heel Mozambique (!).
Malawi
Vanaf Tete was het nog maar een een paar uur rijden naar de grens. Het landschap wordt hier gedomineerd door enorme Baobab-bomen. De grens met Mozambique waren we snel voorbij. We moesten daar vreemd genoeg wel de formuliertjes invullen die toen we het land inkwamen nog moesten weggooien. Een paar kilometer verderop was de grens met Malawi, die gelijk een stuk rommeliger was. Geld wisselen kon in de bank (waarschijnlijk), maar je krijgt een veel betere koers bij een van de vele geldwisselaars langs de weg. Het verkregen wisselgeld klopte verrassend genoeg ook nog. Malawi binnenrijdend zie je gelijk dat het land een stuk dichterbevolkt is dan Mozambique. Na een stukje rijden de eerste politie/ militaire controlepost. De controle bestond uit blijde beambten die ons een prettige reis toewensten. Bij het wegrijden werden we nog uitgezwaaid door het voltallige personeel. Sowieso veel gezwaaid naar het toegestroomde publiek langs de route. Het zwaaien maakte meer landinwaarts plaats voor het aanstaren, waarbij het leek dat het leven in de dorpjes waar we voorbij reden even tot stilstand kwam als we er voorbijreden. Net als het laatste stuk in Mozambique, zitten er Malawi heel veel gaten in de weg. Je wordt dan ook flink door elkaar geschud. Het was wel handig dat we in Mozambique nog flink getankt hadden, want het bleek in Malawi vrijwel onmogelijk te zijn om ergens diesel te tanken.
Eerste bestemming in Malawi was Liwonde National Park, een nogal chaotisch georganiseerd NP. Zo was de waterdruk weggevallen en had blijkbaar de moeite genomen om daarop actie te nemen aangezien de baas van het park er niet was. Met name lastig met de WC en bij het (niet kunnen) douchen. Ook waren er maar twee excursie jeeps en duidelijk meer toeristen die er gebruik van wilden maken (je mag niet op eigen gelegenheid door het NP). Handig dat je van tevoren kon reserveren voor excursies, maar in de praktijk bleek dat nijlpaardengeen enkele waarde te hebben. Uiteindelijk nog wel het een en ander kunnen ondernemen, zoals game drives en game walks. Op zich wel aardig, al was er niet veel wild te zien. Wel veel mooie vogels. Zowaar een regenbuitje gehad, wat bijzonder is aangezien het hier al 3 maanden niet geregend heeft. Erg de moeite was de boottocht over de rivier, waarbij je wel heel dichtbij groepen nijlpaarden (hippo’s) kon komen. Heel mooi was ook de aanblik van de rivier overzwemmende olifanten. Wel wat lastig dat de motor niet meer wilde starten toen ze ons tegemoet kwamen. Ging toch nog goed.
Bij Cape McClear was de natuur weer heel anders. Je komt daar eerst door een bergachtig landschap voordat je uiteindelijk aan het Malawimeer (Meer van Malawi) staat. Onze tenten konden we letterlijk aan het strand opzetten. Het Malawimeer is net zo groot als Nederland en is het grootste aquarium van Afrika. Afgevaren naar eilandje in het meer en daar uitgebreid gesnorkeld. Heel bijzonder. Het barst er van de visjes overal om je heen en als je in het meer zwemt, heb je dan ook het gevoel alsof je in een aquarium zwemt. Temeer omdat de visjes zgn. Malawi cichliden zijn, die veel mensen als aquariumvis hebben. Kon er niet genoeg van krijgen. Ook hier weer een paar Afrikaanse Visarenden gezien. Hele imposante vogels, zeker als je ze in duikvlucht naar vissen ziet jagen. Het relaxen in en van de lodges aan het strand is ook zeker aan te bevelen. Erg mooie zonsondergangen in het meer. Groepjes kinderen zorgen bovendien voor de entertainment, spelend op provisorisch zelfgemaakte muziekinstrumenten. Als je door het dorpje loopt, ben je gelijk het schoolklasmiddelpunt van de aandacht, mede doordat er veel meer souvenirverkopers dan toeristen zijn. Eentje liep zelfs 1,5 uur tevergeefs achter ons aan. Sowieso ben je zelf ook een bezienswaardigheid, met name voor de vele kinderen die je overal ziet (50% van de bevolking in deze regio is jonger dan 18 jaar). Aan een plaatselijke school nog een lading pennen en schriften gedoneerd. In een naburige kliniek ook kennis gemaakt met de donkere zijde van deze regio. Het aantal HIV-geïnfecteerden is hier extreem hoog. Sterf je niet aan AIDS, dan moet je nog altijd vrezen dat je Malaria oploopt. Medicijnen kunnen de meeste hier niet betalen.
In Lilongwe – de hoofdstad van Malawi – kom je weer even in de moderne wereld terecht. Hoewel er heel weinig te beleven valt, is het wel lekker om een op een (provisorisch) terrasje een cappuccino te drinken en te struinen door de Shoprite, een mega supermarkt. Nog gezocht naar andere bezienswaardigheden, maar de Shoprite bleek de enige echte attractie te zijn. Voor de liefhebbers was er ook nog een grote souvenirmarkt, met veel keuze en heel veel ruimte voor onderhandelen over de (belachelijk) hoge vraagprijs. Zelf bij een item 80% van de prijs afgekregen en nog het gevoel overgehouden teveel betaald te hebben. De betreffende verkoper was in ieder geval erg blij. De campground in de stad was erg rumoerig en lag bovendien aan een drukke weg.
Zambia
De grens van Malawi snel over na het invullen van de gebruikelijke formuliertjes. Bij de grens van Zambia ging het wat anders. Daar moest je gegevens in een groot boek invullen. Blijkbaar was ik nummer 3 die die dag daar de grens overging. Er bleek ook nog een alternatieve grensovergang in gebruik te zijn: tussen de spijlen van de slagboom als de beambten even niet keken. Zambia is duidelijk wat welvarender en moderner. Het zwaaiend publiek had hier ook overwegend plaats gemaakt voor de kinderen die hun hand ophielden en “give me pen” en “give me sweet” riepen. Het gevolg van vele toeristen die hier Sinterklaas spelen. De hoofdwegen zijn wel prima, maar zodra we daar vanaf waren was het nog uren door elkaar geschud worden. Erg bizar was wel dat er over een lengte van zeker 25 km een geasfalteerde weg lag, maar dat die zo gebarricadeerd was dat je er alleen met de fiets overheen kon. Al het gemotoriseerde verkeer moest over het half zo brede zandpak ernaast rijden
De bestemming was al dat gehobbel wel waard. South Luangwa National Park is zonder meer een van de mooiste wildparken in Afrika. Het ligt in een mooi gebied en bevat heel veel wild. Bij het binnenrijden van de campground stond daar letterlijk al de eerste verrassing. Op de plek waar we onze tentjes moesten opzetten stond een grote olifant. Het zou niet de laatste keer zijn. Het terrein zelf is niet omheind, zodat dieren er vrij kunnen rondlopen. luipaardZo kwam doemde in het donker tijdens het eten iets wits op, wat – toen het dichterbij kwam – twee grote slagtanden van een olifant bleek te zijn. Spannender was het bezoek van twee nijlpaarden die ‘s avonds vlak langs (1,5 meter) langs mijn tentje liepen. Een veilig heenkomen gezocht achter een truck, aangezien het nogal gevaarlijke beesten zijn. Bij het wandelen langs de oever langs de rivier naast de campgound (niet te dicht langs i.v.m. de krokodillen), kwam er plots een giraffe tussen de bomen tevoorschijn die net zo van mij schrok als ik van hem en het snel op het lopen zette. De gamedrives waren al net zo spectaculair. Het barst hier van het wild. Bij een evening drive in het donker nog een aantal luipaarden gezien. Een daarvan het en flinke prooi in ze bek die deels werd afgepakt door een groep hyena’s. Heel bijzonder om mee te maken. De geluid van de hyena’s die hun prooi opvraten zal ik in ieder geval niet snel vergeten.
Weer terug gehobbeld naar het vliegveld Lilongwe om het vliegtuig naar huis te nemen. Je hoefde niet echt te zoeken naar de gate, aangezien er – afgezien van een paar sportvliegtuigjes – geen andere vliegtuigen op het vliegveld waren. Overstap in Nairobi met een tussenstop van 5 uur. Niet echt prettig, ook omdat je nergens even rustig kan gaan zitten. Alle plekken zijn gevuld met winkeltjes, die grotendeels ook nog allemaal hetzelfde verkopen. Desondanks om 05:30 dan toch nog terug in Nederland teruggekeerd.