Reisverslag Patagonië: Chili en Argentinië
Argentinië: Buenos Aires, Foz do Iguaçu, Puerto Iguazu, Puerto Madryn, El Calafate, Vuurland
Chili: Torres del Paine, Puerto Natales, Punta Arenas
Buenos Aires (Argentinië)
Het begon al goed met de reis naar Schiphol, waar een kapotte trein het spoor blokkeerde. Dus maar omgereden. Op zich redelijk vlot door alle rijen op Schiphol, maar na eenmaal aangekomen te zijn in London bleek dat wel even anders te zijn. Het duurde zeker 40 minuten voordat we door de security control waren om de transithal in te kunnen, wat net zo lang was als de vlucht Amsterdam-Londen. Alles een beetje vloeibaar was niet toegestaan en zelf het door een passagier uit het vliegtuig meegenomen toetje werd in beslag genomen. Gelukkig nog genoeg tijd om weer even te zitten, aangezien de vlucht van Londen naar Buenos Aires 15 uur duurde, inclusief een tussenlanding in Sao Paulo.
De landing eenmaal ingezet in Argentinië, waan je je op het eerste gezicht gewoon in Nederland: bewolkt en weilanden zover je kon kijken. Vlotte afhandeling immigratie en douane. Buenos Aires behoort met zijn 11 miljoen inwoners tot de grootste steden in de wereld en 1/3 van de Argentijnen woont in deze stad. Ons hotel lag gelukkig midden in het centrum aan de Avenida de Mayo. Na even te hebben opgefrist, gelijk begonnen met sightseeing. De paar spatjes regen deerde ons niet, maar na een uurtje kwam het al met bakken naar beneden en het leek daarna ook niet meer op te houden. Toch niet echt zoals je je Buenos Aires voorstelt, zeker omdat het ook nog een zondag was en vrijwel alles gesloten was. Uiteraard nog even langs het graf van Eva Peron geweest (Evita), wat op een begraafplaats ligt met enorme mausolea. Door de regen waren de paden enigszins ondergelopen. Geheel doorweekt per taxi maar weer terug naar het hotel gekregen. ´s avonds naar een typisch Argentijnse Tango-voorstelling geweest. Voor de toeristen werd er vooraf nog wat tangoles gegeven, maar dat stelde weinig voor. Dit in tegenstelling tot de voorstelling zelf die van hoogstaand niveau was, compleet met dinner – waar de Argentijnse steak uiteraard niet bij ontbrak, zangers die Argentijnse smartlappen ten gehore brachten, live muziek en uiteraard de tango-dansers. Had meer weg van een theatershow. Leuk te zien dat het publiek volledig opgedoft was, wat gebruikelijk schijnt te zijn.
Ons hotel was vroeger een erg chic hotel, wat zich tegenwoordig beperkt leek te hebben tot de lobby. Om 06:30 gewekt door de antieke dienstlift die wel erg veel herrie bleek te maken. Buiten was het al een stuk beter: een strakblauwe hemel. Toch een hele andere aanblik in de zon op een maandagmorgen, dan in de stromende regen op een zondagmiddag. Op straat lopend hebt je eerder het gevoel in een Spaanse stad te lopen dan in Argentinië. Wat meteen opvalt zijn de vele zwervers die her en der bivakkeren en de brede wegen, die soms wel 7 rijstroken in één richting hebben. Met meest interessante plein lijkt de Plaza de Mayo te zijn, tenminste als je de drie meter hoge dranghekken en de vele politie-agenten in kogelvrije vesten even wegdenkt.
El Calafate en El Chalten (Argentinië)
Per vliegtuig door naar El Calafate. Het blijkt elke keer weer een verrassing te zijn van welk vliegveld het vliegtuig vertrekt. Een dag van tevoren bellen biedt de meeste garantie voor een juiste vertrekplaats. Veel gedoe bij het inchecken, waarna we met wel erg veel mensen in een bus werden gestopt. Volgens de schermen was de vlucht “on time”, maar dat betekende waarschijnlijk dat op de geplande vertrektijd de eerste bus naar het vliegtuig vertrekt. In het vliegtuig bleek dat de passagier naast mij precies dezelfde stoel had gekregen als een andere passagier. Na enig geschuif konden we een uur te laat alsnog vertrekken.
El Calafate zelf is een gehucht met een straatje vol toeristenwikkeltjes e.d. en her en der gebouwde hotels en restaurants. De omgeving is des te interessanter. Allereerst de Perito Moreno Gletsjer bezocht, de grootste ijsmassa op het zuidelijk halfrond buiten Antarctica, die bovendien ook nog in beweging is. Per dag schuift de 60 km lange ijsmassa zo´n 1 meter op. Je hoort het ijs kraken en af en toe valt er met veel kabaal een stukje af en stort neer in het meer waar het op uitkomt. Ook al sta je ervoor, je kunt moeilijk inschatten hoe groot het is. Het ijs steekt iets van 30 meter uit boven het wateroppervlak. Na er naar gekeken te hebben was het tijd voor wat avontuurlijker. Met een bootje langs de gletsjer, krijg je al een goed beeld van hoe hoog de ijsmuur is. Nog beter was een trekking over de gletsjer in een groepje onder begeleiding van twee gidsen (uiteraard wel op het wat minder bewegende gedeelte. Daarvoor krijg je eerst speciale puntige ijsschoenen ondergebonden. Lopen op zo´n gletsjer is werkelijk een bijzondere ervaring (zie ook foto hiernaast). Wel goed opletten waar je loopt (in één lijn achter elkaar), want je kunt er anders doorheen zakken, vanaf glijden of in een tig meter diepe spleet terecht komen. Erg apart is ook de blauwe kleur van het ijs. Het is een optische illusie aangezien het ijs de kleur van de lucht weerspiegelt: van dichtbij is het gewoon wit. De trekking werd afgesloten met een Whisky “On The Rocks”, waarbij het benodigde ijs ter plekke voor je uit de gletsjer werd gehakt.
In de buurt van El Calafate ook nog een duizenden jaren oude rotstekeningen bekeken en een zonsondergang vanaf een hoge berg bekeken: per jeep een uur omhoog ploeteren, maar boven een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Wel heel erg koud met de ijzige wind. Beneden konden we opwarmen bij de barbecue, waar we overvoerd werden met schaamteloos grote stukken vlees. Wel erg lekker. Veel moeite gehad om te pinnen (pinautomaten leeg) en Chileense Pesos in handen te krijgen (niet op voorraad).
Over een deels geasfalteerde weg per bus door naar El Chalten wat midden in het Glaciares Nationaal Park ligt. Dit nationale park staat op de UNESCO-werelderfgoedlijst. Er zijn 350 gletsjers te vinden. Waarvan er nogal wat de laatste overblijfselen zijn van de laatste ijstijd. Het plaatsje El Chalten zelf is niet meer dan een nederzetting. Door het gebied een paar pittige wandeltochten gemaakt, waar je o.a. geweldig uitzicht hebt op Mount Fitz Roy, Laguna Torre, Cerro Torre, Laguna Capri en de wijde omgeving. Het weer zat erg mee: groot gedeelte van de tijd de dag een strakblauwe hemel, iets wat in deze omgeving niet vanzelfsprekend is.
´s Avonds met de bus terug naar El Calafate en door rond 01:00 aangekomen. Kort nachtje aangezien de bus naar Torres de Paine al weer om 06:00 vertrok.
Torres del Paine (Chili) en Punta Arenas (Chili)
Gelukkig een redelijk comfortabele bus waarin we wat konden uitrusten. Bij de grens (ketting over de weg gespannen) vrij vlot de formaliteiten afgehandeld aan beide grenzen. De bus ging echter niet verder, dus moeten overstappen op een andere bus richting Torres del Paine. Aan de rand van het park weer overstappen op een nog kleiner busje die ons naar ons hostel bracht. Commercieel erg interessant ingericht allemaal. De kern van de geldklopperij zat hem in de de bruggetjes waarvoor je elke keer 2 euro tol per persoon voor moest betalen. Ze zijn zo smal dat alleen de lokale busjes er overheen kunnen. Dat bleek wel wat meer dan 15 cm ruimte aan beide zijdes was er niet. In het hostel (refugio) waren alleen slaapzalen. Alles vrij duur daar. Zo koste een 1,5 liter fles water al bijna 4 euro. Eten was eenheidsworst en grotendeels van wat je in een mensa verwacht.
Daarentegen zit je dan wel in een prachtige omgeving. Bij aankomst hadden we weer een strak blauwe hemel en vrij uitzicht op het volledige national park, iets wat blijkbaar niet veel voorkomt. Het klimaat in het gebied is extreem veranderlijk. Je kunt het ene moment in de zon staan in je t-shirt, terwijl je nog geen half uur later weg vriest in een sneeuwbui compleet met rukwinden. Door het gebied weer een aantal mooie wandelingen gemaakt. Wel weer flinke klimpartijen de berg op, waarvan er één was waarbij je onderweg nog een flinke sneeuwbui over je heen kreeg en er rukwinden opstaken. Ook nog een tourtje door het park gemaakt. Veel Konijnen, Guanacos (lama´s), Flamingo´s en andere vogels gezien. Mooie vergezichten ook. Hoogtepunt daarvan was een boottrip (wel een prijzige 65 euro) naar de Grey Gletsjer die in het Lago Grey uitkomt. Tussen grote ijsschotsen vaar je naar de gletsjer. De kapitein zetten de boeg van de boot tegen een grote ijsschots, waarna er wat ijs uit werd gehakt ten behoeve van de Pisco Sour (drankje) “on the rocks” die later aan iedereen geserveerd zou worden. Met de boot voeren we langzaam vrij dicht langs de gletsjers. Pas dan besef je hoe groot en hoog de ijsmassa is. Heel apart. Erachter ligt het drie na grootste ijsveld in de wereld (Na Antartica en Groenland).
Na Torres del Paine een lange reis naar het zuiden. Eerst per bus naar Puerta Natales. Maar goed dat we niet zo hard reden, want je rijdt er zo voorbij. Even gelunched en daarna weer een bus naar Punta Arenas. Wel een stad, maar niet bepaald één van de meest inspirerende plaatsen in de wereld. Bovendien ligt het direct onder het gat in de ozonlaag, zodat je heel snel kan verbranden (in extreme situaties al in 5 minuten). Sightseeing in de stad was binnen een uur gebeurt, waarbij we toch vrijwel alles gezien hadden. Lekker gegeten in een chic restaurant, waarbij de rekening erg meeviel. Wel is in Chili alles een stuk duurder dan in Argentinië. Volgende ochtend om 06:15 uur weer op, om de bus naar Ushuaia te pakken. Op het busstation aangekomen bleek de bus pas om 09:00 te vertrekken. Lange rit langs erg leeg landschap: geen boom te bekennen zover je kon kijken. Met bus en al op de veerboot om de Straat van Magallenes over te steken. Althans, dat was de bedoeling. Eenmaal daar aangekomen bleek de veerboot uit de vaart te zijn genomen vanwege de storm. Onduidelijk was waarneer er weer gevaren zou worden. Maar afwachten dus. Na twee uur kon het blijkbaar toch en gelukkig mochten de bussen het eerst de boot op. Aan de andere kant van het water begon Vuurland (Terra del Fuego).
Daarna ook weer erg leeg landschap. Je krijgt er echt een “einde van de wereld” gevoel. Redelijk vlot weer de grensformaliteiten (Chili – Argentinië) afgehandeld. De bus bleek niet verder te rijden dan Rio Grande, waar we in een kleiner busje werden gepropt. Wel nog snel even naar de naastgelegen bakker om wat te eten te kopen. Verder naar Ushuaia veranderde het landschap en zit je ineens tussen de uitlopers van het Andesgebergte. Ook sloeg het weer snel om: sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw, vergezeld van stevige rukwinden. Om 22:30 dan eindelijk aangekomen in Ushuaia, waar het nog steeds flink sneeuwde. Maar wat pizza´s laten bezorgen.
Vuurland, Tierra del Fuego (Argentinië)
Het Argentijnse Ushuaia, is de meest zuidelijk gelegen stad in de wereld en dat buit men dan ook flik uit. Zo is er o.a. het einde van de wereld museum, einde van de wereld hotel, einde van de wereld menu en natuurlijk de poststempel van het einde van de wereld postkantoor. Je kunt ook een einde van de wereld stempel in je paspoort krijgen (uiteraard gedaan). De stad leeft duidelijk voor een groot deel van het toerisme. Per busje naar het Tierra del Fuego National Park gegaan en daar een wandeltocht van een paar uur gemaakt. Wel sneeuwde het nog steeds, dus flink dik aangekleed er op uit gegaan. De paden waren deels in modderpoelen veranderd, dus het was af en toe wel even oppassen dat je niet viel.
Nog een andere dag ook naar het National Park geweest, maar dan zonder sneeuw. Zag er toen uiteraard heel anders uit. Vanaf het centrum van de stad rijden er regulier kleine busjes nar het NP. Dit keer bij het meest zuidelijke puntje van het Amerikaanse vasteland begonnen. Wel wat veel toeristen daar die met bussen tegelijk worden aangevoerd, 100 meter lopen over een verhard pad, allemaal op dezelfde plaats een foto nemen en vervolgens weer in de bus stappen op weg naar de volgende verplichte fotostop. Je hoeft dus maar 5 minuten verder te lopen en je ziet niemand meer. In het gebied zijn veel bevers actief en op verscheidene plaatsen zie je dan ook grote beverdammen in het water. Eentje was wel 30 meter lang en veroorzaakte een waterverschil van zeker 1 meter tussen de ene en andere kant van de dam.
Boottochtje over het Beatlekanaal gemaakt. Lekker in de zon en een vlakke zee (het kan daar vaak enorm waaien). Het kanaal wordt grotendeels omringt door bergen (mooi uitzicht), die de uitlopers zijn van het Andesgebergte. Je komt heel dicht langs eilandjes vol met (Blauwoog-)Aalscholvers en Zeeleeuwen en vaart uiteraard langs het eilandje Les eclaireurs, waar de bekende vuurtoren van vuurland staat. Leuk boottochtje. Ook naar de Martial gletsjer geweest. Eerst een minuut of tien met een oude stoeltjeslift naar boven, waarna je nog een stuk kan wandelen naar de Gletsjer, deels door de sneeuw.
Puerto Madryn (Argentinië)
Per vliegtuig van Ushaia naar Trelew. Bij navraag ´s middags bleek de vlucht ineens twee uur later te vertrekken. Bij aankomst op de luchthaven bleek de vlucht ook nog 1,5 uur vertraging te hebben. Aerolineas Argentinas schijnt een reputatie te hebben wat betreft last minute vluchtwijzigingen en overboeken van vluchten. In plaats van aankomst rond 23:00, kwamen we pas om 02:30 bij ons hotel in Puerto Madryn aan (60 km van Trelew). Het zou een korte nacht worden, want de volgende ochtend moesten we al weer om 09:00 weg om de boot te kunnen halen. Het is wel even wennen aan de temperatuur. Stonden we gisteren nog in de sneeuw, vandaag is het al weer een graad of 25.
De boot waar het om draaide was er eentje om walvissen te spotten op zee bij Puerto Piramides. Eerst moesten we ons in zwemvesten hijsen om vervolgens per speedboat het water op te gaan. Van verre kon je de walvissen (Zuidkapers en hun klaveren) al zien, maar uiteindelijk ook van heel dichtbij. Heel bijzonder. Zo kwam er een walvis naar ons toe gezwommen en tikte met z´n kop onze boot heel lichtjes aan. Een andere walvis zwom ook recht op ons af en zwom vlak onder de boot langs (zie filmpje). Als je uiteindelijk de staart ziet besef je pas hoe groot die beesten zijn. Ook het springen van de beesten uit het water en het duiken (waarbij de de staartvin zo heel mooi boven het water komt) is een onbeschrijfelijk spektakel. In totaal een stuk of acht walvissen gezien.
Na te zijn bijgekomen van de adrenaline stoot, ook nog andere delen van Peninsula Valdes bezocht. Daar o.a. van heel dichtbij (paar meter) zeeleeuwen en zeeolifanten gezien en geroken (alsof je een riool opentrekt). Volgende dag naar Punta Tombe gegaan en onder weg weer per speedboat de zee (Atlantische Oceaan) op. Dit keer niet om walvissen te spotten, maar dolfijnen. Het was even zoeken, maar uiteindelijk toch nog een stuk of twintig gezien, waarvan een groot met de boot mee zwom (er voor, achter, langs en onder). Erg leuk. Ze zijn wel heel snel. Punta Tombe zelf staat bekend om de Pinguïn-kolonie die daar komt om te nesten. Er zijn er zo´n 250.000 in het gebied, dat voor een klein deel voor bezoekers toegankelijk is. Er zijn twee paden die je af kan lopen. Op weg er naartoe moet je al erg oppassen dat je geen overstekende pinguïns overrijdt. De beestjes (zo´n 40 cm hoog) waggelen er vrolijk op rond. Erg grappig gezicht. Ook al zijn er afgebakende paden voor bezoekers, de pinguïns lopen daar gewoon voor en achter je langs en ook de nesten liggen vaak binnen de paden. Ook veel net geboren piepkleine pinguïns gezien. Hele aparte ervaring.
Foz do Iguacu, Puerto Iguazu (Argentinië/ Brazilië)
Vanuit Puerto Madryn verder noordelijk gereisd. Dit keer met een nachtbus, maar het duur dan wel 18 uur om de afstand naar Buenos Aires te overbruggen. Gelukkig hadden we een erg comfortabele bus, met stoelen en ruimte zo ongeveer gelijk aan business class op intercontinentale vluchten. Er zou zelfs koffie & thee en een warme maaltijd geserveerd worden. In de praktijk kwam dat neer dat je zelf heet water en koffie (waar de suiker al in zat en die op het eind van de reis zeker 18 uur oud was) kon tappen en dat er onderweg bij een cafetaria (sfeervol met bijna witte tegels, tl-balken en verkleurd tuinmeubilair) gestopt werd waar je een kippenbout met aardappelpuree geserveerd kreeg. Desondanks erg comfortabele rit. Zelfs nog wat kunnen slapen. Onderweg nog langs de luchthaven gereden (waar de bus niet stopte) voordat we in de wel erg grote busterminal aankwamen in Buenos Aires. Van daaruit weer met een andere bus drie kwartier teruggereden naar de luchthaven. Op het vliegveld was het dit keer wat minder chaotisch, wat niet kon voorkomen dat ze mijn tas waren vergeten te labellen. Gelukkig ontdekt omdat men een label overhield terwijl de tas al op de band wegrolde.
Na 1,5 uur vliegen geland op Foz de Iguazu. Mijn bagage was zowaar meegekomen. Vliegtuig uitlopend liep je gelijk tegen een muur van hitte lucht: het was dan ook tegen de 40 graden Celsius. Het zwembad bij het hotel was dan ook geen overbodige luxe. Naar Igazu kom je eigenlijk maar voor één ding: de watervallen. Deze behoren dan ook tot de top drie van de wereld, tezamen met de Niagara en Victoria Watervallen. Per bus er naar toe was het plan, maar met de taxi bleek het maar 30 cent duurder te zijn per persoon. Als je er aankomt, belandt je in een eerste instantie in een soort pretpark, compleet met toeristen-treintjes, adventure drives, speedboats, helikoptervluchten etc. Toch maar wat “avontuurlijks” geboekt in het park. Te beginnen met een 4×4 drive experience door het subtropisch regenwoud waarin de watervallen liggen. Het bleken echter geen jeeps te zijn maar een truck met houten banken om op te zitten in de laadbak. Wel aardig ritje door de natuur al stelde het weinig voor.
Aan het eind van de rit overgestapt een (echte) speedboat. Zwemvesten aan en alles dat je niet persé aan moest hebben (incl. schoenen), kon je kwijt in waterdichte tassen. Na wat te hebben gescheurd over wat stroomversnellingen, werden we getrakteerd op een prachtig uitzicht op de vele watervallen. Eerst een “kleintje” van dichtbij bekeken (lees: er onderdoor gevaren) – waarvan je al aardig nat werd – en aangezien we toen nog niet helemaal doorweekt waren, daarna nog even onder de douche bij een grote. Wel erg leuk, al duurde het zelf in de brandende zon nog wel even voordat je kleren geheel waren opgedroogd. Via een uitgebreid padenstelsel kon je al wandelend naast en boven veel watervallen komen. Per toeristentreintje daarna naar de verst gelegen en grootste waterval gegaan: de Duivelskloof, waar het water zo´n 180 meter naar beneden dondert in een hoefijzervorm. Vanaf de loopbrug nog een kleine krokodil zien liggen.
Volgende dag de Braziliaanse kant bekeken. Wel mooi uitzicht, maar na 2 uur heb je het echt wel gezien. In ieder geval weer wat stempeltjes gescoord voor in het paspoort. Op tijd weer terug in het hotel voor een duik in het zwembad voordat de regen met bakken uit de hemel kwam.
Slideshow met foto’s van de Patagonië: Chili en Argentinië
Filmpje van Walvis: