Reisverslag Zuidelijk India
Madras, Mahabalipuram, Thirukkalikundram, Pondicherry, Auroville, Kumbakonam, Thanjore, Tiruchirappalli (Trichy), Madurai, Kodaikanal, Periyar Nationaal Park, Thekkady, Allepey, Cochin, Kovalam en Kanyakumari
Schiphol – Frankfurt – New Delphi – Mumbai – Madras
Het was een vroegertje. Van Schiphol gevlogen naar Frankfurt en daar op zoek gegaan naar de transferbalie. Na twee keer naar de verkeerde rij te zijn gestuurd, bleek dat ik moest inchecken in een andere terminal. Per trein daar naar toe gereisd. De check-in bij Air India was nogal chaotisch en duurde daardoor nogal lang. Tijd was geen probleem, omdat we toch vijf uur moesten wachten voordat de vlucht vertrok. Dit doordat de vlucht vanuit Schiphol twee uur vervroegd bleek te zijn. Toen we eindelijk in het vliegtuig zaten, bleek er een technisch mankement te zijn. Het duurde bijna 1,5 uur voordat ze een touwtje hadden gevonden waarmee het bagageluik mee gesloten kon worden. Tot onze verbazing bleek eenmaal in de lucht dat de vlucht eerst naar New Delhi ging en dat na een ruim een uur aldaar pas zou worden doorgevlogen naar Mumbai (Bombay). Onderweg deels onherkenbaar eten gekregen. Ook nog een Indiase film gezien uit Bollywood. Het werd mij gelijk duidelijk waarom die films niet in Nederland worden uitgebracht. Verrassend was vooral dat er in de politiefilm ineens werd gedanst en gezongen door de acteurs.
Eindelijk in Bombay was het dertig graden warmer dan in Nederland. In de terminal vroor het echter bijna. De winterkleren dus maar weer aangedaan. Er waren een paar sfeerloze cafetaria’s waar absurde prijzen betaald moesten worden voor drinken. Door de vertragingen onderweg hoefden we gelukkig niet zo lang te wachten op de volgende vlucht naar Madras. Voordat we vertrekhal in mochten was er echter een zeer strenge veiligheidscontrole, waar een lange rij voorstond. Handig genoeg was er maar 1 rij voor alle vluchten tezamen. Twee maal moest je door een metaaldetector en je handbagage moest eerst door de x-ray en daarna nog helemaal uitgepakt worden. 20 Meter verder aan de gate moesten we weer door een metaaldetector. Na de vijfde vliegtuigmaaltijd naar binnen te hebben gewerkt, geland in Madras. Daar lange rijen voor de paspoortcontrole. Vanuit Madras doorgereisd naar Mahabalipuram.
Mahabalipuram
‘s Morgens deels Indiaas ontbijt genomen. Daarna gelopen naar de Shore Temple. Er waren niet veel toeristen te bekennen, zodat de groep meelopende straatverkopers ons veel persoonlijke aandacht kon geven. De Shore Temple (op World Heritage List van Unesco) was 25x wat lokalen betaalden t.o.v. buitenlanders. Voordeel was wel dat de straatverkopers bij de ingang moesten blijven wachten. Binnen lekker rustig met fris windje. Bij het verlaten van het (wel wat kleine) complex) weer overgeschakeld op de “no thank you” stand. Dat weerhield het verkopers er echter niet van om 500 meter met ons mee te lopen. De meeste verkochten bewerkte stenen. In het bewerken daarvan lijkt het halve dorp werkzaam te zijn. Waar je ook kijkt zitten mensen met beiteltjes op stenen te slaan en hoor je het getik. Niet echt gezond werk.
Per TufTufs soort tourtje genomen naar o.a. de Five Rathas. Dit is een tempelcomplexje van zes (!) tempels die allemaal uit hetzelfde stuk rots zijn gemaakt. Gebruik gemaakt van een officiële gids. Uiteraard vooraf wel even naar de kosten gevraagd. Aangezien hij daar in dienst was, mochten we geven wat we wilden. Na een erg lange uitleg hem een aantal rupees gegeven. Hij wilde echter dat bedrag van ons vieren elk krijgen. Uiteraard niets van aangetrokken en gewoon vertrokken. De volgende stop was een lokaal huis, waar heel toevallig een steenbewerkingsbedrijfje was gevestigd. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat de koopwaar te voorschijn kwam. Uiteraard was alles volgens onze begeleider (toevallig ook broer van de eigenaar van het huis) veel goedkoper dan bij de honderden concurrenten in het dorp. ‘s Avonds nog erg lekkere curry gegeten. Eerst nog getwijfeld om op het terras te gaan zitten, maar vanwege het lawaai buiten maar niet gedaan. Geen slechte keuze achteraf, aangezien een uurtje later een koe bezit had genomen van het terras.
Een dagtripje gemaakt naar Kanchipuram, een van de zeven heilige steden in India. De stad telt ruim tweehonderd tempels. De rit ernaar toe duurde twee uur over niet al te beste wegen. Door koeien getrokken wagens en lekker onbeweegbaar in de zon midden op de provinciale weg liggende zwarte geiten, blokkeerden zo af en toe de weg. Onderweg veel mensen gezien die op straat leefden of in rieten hutjes danwel in tentjes gemaakt van plastic zeil. Kanchipuram zelf bleek een drukke en chaotische stad te zijn. Drie tempelcomplexen bezocht. Uiteraard schoenen uit en afgeven aan de ingang, in de hoop dat ze er na afloop van je bezoek er nog zijn. Op het moment dat ons busje aankwam stond al een horde verkopers klaar. Ze hadden slecht een product: sandalen. Het maakte ze blijkbaar niet uit dat we die al droegen. Na deze handelaren te hebben afgeschud (ze mochten het tempelcomplex niet in….) moest je eerst nog langs een rij bedelende bejaarden en gehandicapten, waarbij de laatste categorie de handicap wel erg duidelijk presenteerden. En dan waren er nog dames die je een handje rijst in je handen duwen en daar dan een aantal rupees voor willen hebben. Ook was een plaatselijke priester je gaarne bereid te zegenen, als je daarna even een aantal rupees voor nieuwe kleren voor het Hindubeeld wilde neerleggen.
Op de terugweg werd nog even geluncht. Het restaurant leek een groot budgetrestaurant te zijn waar je je eten kreeg opgediend op een bananenblad en je met je handen moest eten. We werden echter gedirigeerd naar een kleine achterafruimte met 12 tafels verstopt achter een bewaakte deur en met airco, waar de hogere klasse (en buitenlanders) konden eten. Tien man personeel liep er rond die allemaal een andere outfit hadden: wit hemd met stopdas nam de bestelling op, wit hem met theedoek serveerden het eten, grijs hemd met bak haalden de boel weer op en blauw hemd met rijstpan liep de hele tijd rond om rijst te serveren en bij te scheppen. Daarna nog even een bezoek aan een silk factory gebracht. Het kleine aantal werkplekken (6) stond niet echt in verhouding tot de mega silk shop die er toevallig naast gevestigd was en waar je doorheen moest om weer buiten te komen.
‘s Avonds nog even het lokale internet café opgezocht.. Echt snel ging het niet. De acht computers bleken op dezelfde buitenlijn te zijn aangesloten, waarbij de verbinding met internet werd gemaakt d.m.v. een mobiele telefoon….
Pondicherry
Chaotische stad. Hotel bleek behoorlijk luxe te zijn, maar werd met nogal veel kabaal verbouwd. Gewandeld (zover mogelijk) naar de markt. De meeste straten hebben een Franse naam, aangezien dit vroeger een Franse kolonie is geweest. De markt was overdekt een erg druk. Elke paar meter rook het weer naar iets anders, inclusief luchtjes waar je al snel onpasselijk van wordt. Een deel van de marktlui leek er ook te wonen, wat de hygiëne niet echt ten goede kwam. We hadden veel bekijks en nadat een medereizigster een Foto’s van iemand had gemaakt wilden ineens iedereen op de foto. Met enige moeite kunnen ontkomen en verder gewandeld naar de Stille Oceaan (750m) voor de zonsondergang. Alleen ging de zon niet onder in de zee. Op de rotsen uitrustend hadden de drie dames met wie ik op stap was veel bekijks. Een Indiër kwam zelfs bij ons zitten om ons beter te kunnen aangapen. ‘s Avonds op het dak van een hotel gegeten. In de reisgids staat dat er na 22:00 niets meer in de stad te beleven was. Dat kon wel kloppen, aangezien we om 21:55 ongevraagd de rekening kregen en beleefd doch dwingend werden weggekeken. De straten waren na afloop inderdaad uitgestorven.
Volgende ochtend lange rit naar Tanjore. Onderweg nog even gestopt bij wat suikerrietvelden waar men net aan het oogsten was. Daarna weer tijd voor een tempel: Gangakondacholapuram (leuk woord voor scrabble), een plek waar duidelijk weinig toeristen komen. Aangezien het vrijdag was, was er een ceremonie gaande met veel muziek, geneurie en wat oude mannetjes die binnen in de tempel een vuurtje aan het stoken waren voor iets dat leek op het brengen van een offer. Buiten weer veel kinderen die aan het leuren waren voor pennen en chocolade. Het leek wel of overal waar we kwamen van tevoren de plaatselijk school werd gewaarschuwd, zodat de kids tijdig op pennenjacht konden. Uitgebreide lunch met allerlei bakjes met verschillende maaltijden in luxe Heritage hotel, waar ook de rijkere Indiërs verbleven. Daarna op naar de volgende tempel. Aan de onverstaanbare en langdradige gids aldaar was het moeilijk te ontkomen, al was het een aantal toeristen wel gelukt.
Thanjore
In Thanjore maar weer een tempel bezocht. Erg mooi dit keer en ook zonder bedelaars of leurende kinderen. Daarna nog even langs het paleis van de laatste prins geweest. Het stond nog net niet op instorten, maar deed wel dienst als museum.
Tiruchirappalli (Tricy)
‘s Avonds naar een echte Indische film geweest. Een ware belevenis. Was niet ondertiteld, maar dergelijke films zijn van een dusdanig niveau dat je het grotendeels toch wel begrijpt. Vast onderdelen van zo’n film: een jongeman, twee dames, liefde, wat actie, muziek en dans. De zaal was erg groot en bijzonder koud. De airco’s lijken in India maar twee standen te hebben: of uit of vrieskou. Voor aanvang van de film werd ons nog watten aangereikt, wat later geen overbodige luxe bleek te zijn. Zoals normaal in India stond het geluid zo hard dat de hele zaal en de rest van de stad het goed kon horen. Bijkomende meevaller was dat je het gehuil van meegebrachte baby’s nauwelijks hoorde. Tijdens de film werd door het publiek regelmatig gejuicht en geklapt. Als abrupt een scène plots eindigde, eindigde na 1,5 uur ook de film. Eenmaal buiten de zaal (met licht beschadigde trommelvliezen), bleek het slechts pauze te zijn. De film duurde drie uur en na de pauze dus maar weer naar binnen. Toch erg genoten.
Volgende morgen vroeg naar Gandhi Markt. Een grote markt vol verse spullen (vissen, kippen en geiten werden ter plekke voor je geslacht). Erg druk en kleurrijk. Daarna door naar een eiland in de buurt, waar het grootste tempelcomplex van India ligt. Binnen de muren wonen en werken rond de 20.000 mensen. Aan de rand ligt de Kauvery rivier, de Ganges van het zuiden. Naar plek geweest waar priesters dodenceremonie deden. Binnen het tempelcomplex is het een gekrioel van jewelste, ook door de continue stroom pelgrims die met busladingen tegelijk daar aankomen. In tegenstelling tot de grote tempels die we tot nu toe hadden gezien, was deze erg kleurrijk. Wel erg veel bedelaars. ‘s Avonds nog even naar de Rock Temple geweest. Met gevaar voor eigen leven een gemotoriseerde Riksja genomen. Afgezien van 1 botsing met een ster in z’n voorruit als gevolg, ging alles goed. Voor het retour reiden bleef hij ook nog op ons wachten bij de ingang van de tempel. Dat duurde wel even aangezien eerst een trap van ruim 500 treden moest worden beklommen om bij de tempel zelf te komen. Uiteraard moest dat ook nog op blote voeten. De schoenenbewaarder bleek (naar eigen zeggen) plots ook gediplomeerd gids te zijn, die ons voor een x aantal rupees wel wilde bijstaan. Hem met enige moeite ontvlucht.
Madurai
Volgende ochtend het platteland opgegaan. Het vertrek was 1,5 uur later dan gepland, aangezien de bus waarin we zaten een betonnen dakrand had geraakt (en dat terwijl vier Indiërs de buschauffeur aanwijzingen zaten te geven…) en daardoor een raam gesplinterde. Onderweg nog gestopt bij een rots waarop monniken mediteren. Daar waren ook aapjes te vinden. De lunch werd in de buitenlucht genuttigd. Nadat we netjes alle afval daarvan in twee plastic tasjes hadden verzameld, werden deze overhandigd aan de beheerder van het terrein. Die wist er wel raad mee. Hij pakte de tasjes op, liep naar het hek en flikkerde daar het afval met een elegante zwaai overheen. ‘s Middags de zoveelste tempel bezocht. Het openbare leven in de dorpjes onderweg leek even tot stilstand te komen als we er doorheen reden. Vrijwel iedereen gaapte ons aan. Ook veel gezwaai. ‘s Avonds weer gegeten op het dak van een hotel.
Het hotel lag in de buurt van het treinstation, wat inhield dat je om de paar uur wakker schrok van de hoorn van de vertrekkende treinen. Er was het standaard geluid, maar ook een hoorn die een geluid maakt dat identiek is aan ons luchtalarm (en net zo hard klinkt..). Volgende ochtend naar een paleis geweest dat dit keer niet op instorten stond. Daarna op naar de Meenakhi tempel, een enorm tempelcomplex. Dagelijks werken en bezoeken 25.000 mensen het complex (waaronder een onaflatende stroom pelgrims). Het is dan ook een grote mierenhoop. De ruimtes met de vele stalletjes met koopwaar hebben meer weg van een grote bazaar.
Kodaikanal
In ruim zes uur gereden naar Kodaikanal, wat op 2300 hoogte ligt. Tot dusver was vrijwel al het landschap vlak. De bus had al moeite met de helling van een viaduct, dus erg vlot bergopwaarts ging het niet. Dat was maar goed ook, want de weg was wel erg smal en meestal niet breed genoeg om met twee elkaar te passeren. Kodaikanal is een beetje het st Moritz van India, waar de wat rijkere Indiërs op vakantie gaan. ‘s Avonds kerst gevoerd op het parkeerterrein van het hotel, met muziek, een buffet en een kampvuur. Was erg gezellige. Gezien de overgebleven stronk, was de boom aan de rand van het parkeerterrein waarschijnlijk gebruikt voor het kampvuur. ‘s Avonds koelde het behoorlijk af. Het personeel op blote voeten en met korte mouwen stond op het einde van de avond praktisch op het kampvuur om nog een beetje warm te blijven.
Volgende ochtend met z’n vieren een waterfiets gehuurd om wat te varen over het meer, een lokale attractie. Erg snel kwamen we niet vooruit en langzaam bleek de waterfiets ook te zinken. Maar in de buurt van het boothuis gebleven. Verschillende keren kwamen mensen voorbij varen om ons te kunnen aanstaren. Een keer werden we ook op de foto gezet. Iets wat ook verschillende keren gebeurde toen we aan de oever aan het uitrusten waren. Erg komisch. Iets wat tijdens ons verblijf nog erg vaak zou gebeuren.
Pariar National Park
‘s Morgens weer afgedaald tot 1200 meter. In de bus naar voren kijken naar het tegemoetkomend verkeer of naast je naar de afgrond was niet aan te bevelen. Het landschap was heel anders dan het vlakke landschap in de provincie Tamil Nadu. Het is veel groener en heuvelachtiger. Bovendien was de gemiddelde levensstandaard duidelijk hoger. In Tamil Nadu leek iedereen arm en zag je overal bouwvallige hutjes en tentjes waar mensen in leefden. In de Provincie Kerela (waar we naar toe reden) zie je dat vrijwel niet. Na een reis van 6 uur aangekomen in Thekkady. Daar een Spice Garden bezocht, waar je zien hoe peper, nootmuskaat, koffie e.d. verbouwd werd. Daarna nog een wel erg lokaal restaurantje opgezocht (soort gat in de muur), waar je zoals iedereen netjes met je handen moest eten. De rekening kwam vrij snel (ongevraagd) en binnen 20 minuten stonden we dan ook weer buiten.
De volgende dag ging wat anders dan gepland. We zouden met een bootje over een meer door het tropisch regenwoud in Pariar National Park varen, maar de hele dag was er geen bootje te krijgen. Alternatief was een kleine trekking door het tropisch regenwoud met gids. Afgesproken om 10:30, maar geen gids te bekennen. Rond 11:00 uur wel, maar toen wilden ze eerst nog een uitgebreide koffiepauze nemen. Rond 11:30 uiteindelijk toch nog op pad in een groepje van vijf met een niet erg spraakzame parkranger als gids. Op zich wel apart zo wandelen door een bos, al had je niet direct de indruk dat je in een tropisch regenwoud zat. Qua dieren was het voornamelijk aapjes kijken (letterlijk), totdat we van onze gids plots halt moesten houden. Hij gebaarde dat we ons stil moesten houden en moesten wachten. En weg was hij, ons achterlatend in het tropisch regenwoud. Na ruim tien minuten was hij weer terug. Een van ons mocht met hem mee, de rest moest zich schuil houden achter een grote boom, op een heuveltje weg van het pad. Hij had een groepje wilde olifanten gesignaleerd op het pad waar we langs moesten. Net nadat ze weer terug waren van het spotten, klonk er een luid olifantengebrul, waarop de parkranger paniekerig begon te schreeuwen “run, run, run!” en het op een lopen zette, twee mensen uit de groep met zich meesleurend. De rest maakte zich uiteraard ook uit de voeten, terwijl ik zelf gelijk van het pad afging en achter een grote boom dekking zocht (volgens sommigen was ik er al half ingeklommen…). 100 Meter achter ons kwamen nog twee met geweren gewapende parkrangers aangerend. Als snel bleek dat het gevaar geweken was. Twee mensen uit de groep waren licht gewond geraakt, doordat ze tijdens hun vlucht ten val waren gekomen. Maar weer snel teruggegaan naar het vertrekpunt.
Volgende ochtend om 06:30 vertrokken voor een boottochtje over het meer. Het was nogal chaotisch bij de afmeersteiger, doordat er duidelijk veel meer mensen waren dan er plek was op de verschillende boten. Gelukkig konden we dit keer wel mee. Mooi tochtje van twee uur bij zonsopgang. Geen olifanten gezien, maar wel kuddes bizons, wilde varkens en veel vogels. Wel erg fris zo voor op de boot en daardoor wat kou gevat.
Allepey
Na het boottochtje doorgereisd naar de backwaters van Allepey, o.a. langs uitgestrekte thee- en rubberplantages. Daarna nog drie uur ontspannen per bootje over de backwaters gereisd, waar vanuit je het leven op en langs het water kon gadeslaan. De temperatuur liep snel flink op tot ruim boven de dertig graden. Allepey zelf was weinig aan. Het hotel was overboekt (meer regel dan uitzondering op onze reis). Gevolg dat ik moest slapen op een logeerbedje. Het matras was echter langer dan het bed, maar toch een stukje korter dan dat ik zelf ben. Aangezien we een suite kregen was er ook een complete zithoek. Dus maar op de bank geslapen.
Cochin
Cochin was vlak bij en via tolwegen en tolbruggen bereikbaar. De havenstad zelf is erg groot. Voor het eerst tijdens deze reis hoge flatgebouwen gezien. Het is een stuk warmer dan in de bergen. De bezienswaardigheden op het schiereiland Fort Cochin bekeken. Zonder reisgids had je echt niet geweten dat de bouwvallen bijzonder waren. Een Tuftuf genomen naar het Dutch Palace. Na een wilde tocht werden we afgezet bij een straatje waar hij niet in mocht rijden (zei hij..), toevallig net naast de grote souvenirwinkel van z’n zwager. Het straatje zelf zat vol met soortgelijke winkeltjes en bleek bovendien dood te lopen. Het bleek dat we nog verder van onze bestemming waren dan voordat we de Tuftuf genomen hadden. Maar doorgereisd naar het strand, wat in werkelijkheid meer weg had van een vuilnisbelt (zoals een groot deel van India…). Over de “boulevard” gelopen en gestuit op een motorcross wedstrijd op het strand. Veel enthousiast publiek. Zo enthousiast dat de massaal aanwezige politie af en toe charges moest uitvoeren om het publiek van het wedstrijdparcours af te houden. Nog de zonsondergang in zee bewonderd. Al wachtend op de rotsen aan het water, klimt er met veel moeite een jongeman over de rotsen voor mij. Plots stopt hij en trekt een fototoestel tevoorschijn. Zijn zes vrienden bleken zich stilletjes op de rotsen achter mij geposteerd te hebben om zo met mij op de foto te kunnen. Nadien gebeurde hetzelfde nog twee keer.
Per Tuftuf en ferry naar het nieuwe gedeelte van de stad geweest. Ook snel weer vertrokken, aangezien het niet veel meer dan een vieze oude stad bleek te zijn. Voor Oudejaarsavond hadden we een feestje op het dak van ons hotel, compleet uitgebreid buffet, muziek en vuurwerk. Buiten de buitenlanders op het dak, was er op de derde nog een luidruchtig feest van Indiërs bezig. In de wijde omgeving van het hotel (dat midden in de stad ligt) was verder weinig leven te bekennen. Dat was dan waarschijnlijk ook de reden waarom de oproerpolitie zich tegenover ons hotel het opgesteld. Om middennacht ontfermden de Indiërs zich over ons vuurwerk. Waarschijnlijk kent men hier geen vuurwerk voorlichtings-campagnes: Uw vuurwerk heeft een lontje van 5 mm, u hangt recht boven het vuurwerk terwijl u die met een fakkel aansteekt. Wat doet u fout? Binnen een straal van 3 km was geen ander vuurwerk te bekennen. Wel hield men er van om luid toeterend door de straten te rijden. Aangezien men dat normaal ook al overdag doet, was het weinig origineel.
Volgende ochtend nog eens soort roeiboot gehuurd (er werd voor ons geroeid..) om door de palmrijke backwaters van Cochin te varen. Lekker rustig afgezien van de meevarende gids. Hij praatte nogal veel, maar de onderwerpen hadden niets te maken met ons tochtje. Plots was er een toeristenstop (een fabriekje) waar de gids uitstapte en niet meer terug kwam. Dus maar zonder hem verdergegaan. Volgende keer toch eens informeren wat het extra kost om een gids thuis te laten. ‘s Middags per Tuftuf richting Fort Cochin gereden. De bestuurder was van buiten de wijk en deed netjes zijn meter aan. De prijs bleek ineens de helft te zijn van wat je normaal uitonderhandelde. Ver kwamen we echter niet, doordat we strandden in een verkeerschaos.
In tegenstelling tot Oudejaaravond bleek men Nieuwjaarsdag wel uitgebreid te vieren. Het was Cochin Carnaval en heel Cochin leek daar voor te zijn uitgelopen. Een bonte stoet van praalwagens en verklede mannen trok door de stad, vergezeld van luide muziek. Opvallend was dat er alleen mannen meeliepen, al waren veel mannen wel verkleed als vrouw. Na afloop van de parade was er geen Tuftuf meer te krijgen en bleken ook de prijzen te zijn verdubbeld.
Kovalam
Om 04:00 (hoezo vakantie?) op om de trein naar Trivandrum te nemen. Haasten was niet nodig geweest, aangezien de trein twintig minuten te laat vertrok. We hadden 2e klas non-airco plaatsen, wat inhield dat je op de tocht zat op wel heel harde stoelen. De treinen zijn hier iets breder dan bij ons, maar drie zitplaatsen naast elkaar aan weerszijden van het gangpad zit toch wat krap. Dat weerhield drie Indiërs er niet van om naast mij op de bank plaats te nemen. De trein was afgeladen vol. Na vier uur toch nog in Trivandrum aangekomen en van daaruit direct doorgereisd naar Kovalam. Dat is na Goa blijkbaar de grootste badplaats in India, maar daar moet je je niet al te veel bij voorstellen. Het was minder dan 1 km strand omringd door strandtentjes en hotels. Er kwamen voornamelijk buitenlanders. Het strand, de palmbonen en de Oceaan waren een welkome afwisseling van de lawaaierige stadshotels. Het is hier goed eten, al werkt het hier hetzelfde als in de rest van India: vijf man in de bediening en een in de keuken. 1,5 Uur wachten op je maaltje was dan ook niet ongewoon. Ook een kwartier wachten op de rekening is hier niet anders dan in de rest van India. Wel anders was dat rond 20:00 dagelijks voor een uur de stroom uitviel. Dineren bij kaarslicht is daardoor erg gebruikelijk.
Kovalam – Mumbai – New Delhi – London – Amsterdam
Aan alles komt een eind, dus ook deze vakantie. Alleen leek er dit keer geen einde aan te komen. Het begon al op het vliegveld van Trivandrum. We waren daar veel te vroeg gedropt. Zo vroeg dat we de terminal pas na ruim een uur in mochten. Toen we uiteindelijk wel verder konden, bleek het vliegtuig bijna een uur vertraging te hebben. Samen inchecken had blijkbaar weinig zin, aangezien we willekeurig plaatsen ver van elkaar in het vliegtuig toebedeeld kregen. Na de gebruikelijke zes security checks eindelijk het vliegtuig in. Rond middennacht aangekomen in Mumbai (Bombay). Door de vertraging van 1,5 uur hoefde we nog maar 4,5 uur in Mumbai te wachten. Na de laatste rupees in het peperdure café te hebben uitgegeven tot de ontdekking gekomen dat de vlucht rescheduled was naar 09:30 (i.p.v. 03:15). Uiteraard had niemand de moeite genomen om dat even om te roepen. Een hotel werd niet geregeld door Air India, zodat we nacht op het vliegveld moesten doorbrengen. Was niet echt een succes, ook al omdat we duidelijk niet de enigen waren. Vliegtuig vertrok alsnog met een half uur vertraging, zodat we tijd zat hadden om de vier security checks te ondergaan.
In Delhi aangekomen (tussenlanding) liep de vertraging verder op, doordat op het moment dan we landden er nog mensen aan het inchecken waren. In het vliegtuig waren ook weer (erg inefficiënte) security checks om te zien of er mensen ontbraken. Ook moest iedereen zijn/ haar bagage aanwijzen. Eindelijk konden we dan vertrekken. Een lange vlucht. ´s Avonds aangekomen op London Heathrow werden we opgewacht door iemand van de luchtvaartmaatschappij. Het bleek dat we de laatste vlucht naar Amsterdam hadden gemist. Gelukkig werd er dit keer wel goed voor ons gezorgd en was een goed hotel geregeld. De bagage moest op het vliegveld blijven, zodat het wel even koud was buiten in de sneeuwbui (in India was het nog rond de 30 graden). Volgende ochtend alsnog naar Amsterdam gevlogen en daar met in totaal 17 uur vertraging aangekomen. Bij aankomst bleek dat een deel van onze bagage niet was meegekomen. Gelukkig was mijn bagage wel aangekomen.
Slideshow van mijn foto’s van Zuidelijk India:
https://youtu.be/exnt_W1IxqE